Spelen in de tuin

Een eerdere weblog over spelen in de tuin (klik hier om hem nog een keertje te lezen) gaf een reactie van Wim die een afbeelding (afkomstig uit Le Rouge) van als steunpalen van een schommel fungerende chinezen noemde. Die afbeelding heb ik er nu eens even bijgezocht:

(Deel van) Onziéme Cahier des jardins Anglo-Anglais à la mode. a Paris Chez LE ROUGE, 1784, plaat 16
Uit: Onziéme Cahier des jardins Anglo-Anglais à la mode. a Paris Chez LE ROUGE, 1784, plaat 16

En ook hier is F. Beltini weer van de partij: Balancoire de la Redoute Chinoise à la Foire.F. Beltini delineavit ad Vivum

In het betreffende Cahier van Le Rouge nog veel meer voorbeelden van tuinschommels. Ik ben heel benieuwd of er Nederlandse (Wim noemde al enkele buitenlandse) voorbeelden zijn van schommels (of ander SpeelSpul!) die ook werkelijk hebben geschommeld, in een (vroeg)landschappellijk aangelegd park uiteraard.

Ook Gijsbert van Laar (1768-1820) raadt het al aan in zijn Magazijn van Tuin-Sieraaden, Amsterdam 1802-1809, spelen in de tuin is leuk. Zijn commentaar bij plaat VIII, die ik hieronder heb gezet: E. Een voor ’t oog bedekte Ruimte, kunnende dienen tot een speelplaats voor groote en kleine kinderen; een Schupstoel &tc. kunnen ‘er gevoeglyk koomen.

Gijsbert van Laar, Magazijn van Tuin-Sieraaden, Amsterdam 1802-1809, plaat XIX, detail

Met andere woorden: Van Laar pleit ervoor een plek in de tuinaanleg te reserveren om te spelen, maar niet in het zicht…. 

Van Laar bedoelt met schupstoel een schommel, op zoek naar Engelsch bloemhout in zijn Magazijn van Tuin-Sieraaden, kom ik de Schopstoel tegen (de ‘lange s’ heb ik als ‘f’ laten staan): Bijschrift bij plaat XIX. °. 5. Gemaklijke Schop – ftoel, de paalen van boomftammen, de zitting van gevlogten hout. Men kan deezen Schop-ftoel op tweeërlije wijzen gebruiken, namelijk zoo dat alleen de perfoon die geflingerd wil worden, in het ftoeltjen zit; en ook zoodanig dat, behalven deezen, aan elke zijde nog een perfoon ftaat, met de voeten op de punten van de fchop, en zig met de handen aan de touwen vasthoudende. Deeze geeven, dooreene flingerende beweeging voor-en agterwaarts met hun lighaam te maaken, de flingering aan de fchop, die op die manier vreeslijk fterk en hoog heen en weder kan geflingerd worden. In Frankrijk, daar deeze fchoppen in Vaux-halls en diergelijke plaatfen van vermaak veel gebruikt worden, hangt men een net om dezelve, dat ter halver – wege van de touwen is vast gemaakt en onder de fchop door gaat, ten einde de geene, die door de hevigheid van het flingeren ‘ervan af mogten vallen, in het net zouden gevangen worden.

FacebooktwitterlinkedinmailFacebooktwitterlinkedinmail


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *